Sinds ik mijn lege flessen en glazen bokalen stante pede in mijn fietstas steek, gebeurt het wel eens dat ik rammelend door de straten van Menen fiets. Dat duurt gelukkig nooit lang: het opvallende en confronterende geluid zorgt ervoor dat ik op tijd en stond langs een glasbak passeer. In tegenstelling tot voor dit lumineus idee, stockeer ik geen tientallen exemplaren meer op mijn koertje. Alles verdwijnt wekelijks in een geschikte container op mijn weg naar de winkel. Het past in mijn voornemen om meer op te ruimen en alles wat minder onbewust te verzamelen in mijn huis.
Wie me bezoekt, zal het in eerste plaats niet merken: maar
er is een wijziging gaande in mijn huishouden. Zo bevat mijn koelkast amper nog
producten die geopend schimmel staan te vergaren. Op een zondag kan het nu zomaar
ineens gebeuren dat ik mijn oven met een reinigingsproduct sta te behandelen. Elk
stapje in de goede richting is een stapje vooruit.
Dat huishoudkunde niet in mijn lessenpakket zat, valt hier
meermaals te betreuren. Ja, ik heb nog
een lange weg te gaan. Maar het doet me goed te merken dat ik het almaar minder
kan verdragen dat er iets op de grond ligt wat er niet hoort of dat ik meer en
vaker de dweil erbij haal. Een specialist zal ik nooit worden. Toch kon ik me
niet van de indruk ontdoen dat er in de Bruggestraat iets gebeurd was maandag. Niet alleen rook het er erg
opvallend naar een benzinestation. Ook bemerkte ik een vreemde substantie op
toen ik er voorbij fietste. De neiging om mijn dweil erbij te halen, had ik
gelukkig niet: ik had ook wel erg lang bezig kunnen blijven want het
stookoliespoor was niet klein.
Gelukkig werd het door anderen opgeruimd. Met de nodige
professionele materialen. Ik moet ook niet te snel lopen in dat
schoonmaakproces. Onherkenbaar heb ik weinig aan mezelf. Ook mijn huis moet
opspeurbaar blijven. Hoe vind ik anders mijn bed terug?
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 28/01/22)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten