zondag 19 december 2021

TINE ZIET (300): Cowboys

Dit had een vrolijk stukje moeten worden. Want lieve lezers, dit is zowaar de driehonderdste ‘Tine Ziet’ die ik voor deze krant schrijf.  Ik had de confetti al klaargelegd en verwachtte me aan een feestelijke fanfare aan de voordeur. Bloemen en kussen van alle fans. Helaas: het monument waar ik enkele weken geleden nog over schreef is uiteindelijk toch gevat door het stekelige beest dat Covid-19 heet: ik ben gepakt en moet ten alle koste worden gemeden.

 Ik zou over mijn symptomen en mijn ongemakken kunnen praten. Dan was dit stukje toch eens een keer educatief. Of over wat isolatie doet en hoe ik wenste dat mijn huis toch wat geïsoleerder was dan ikzelf: hoeveel buren- en straatlawaai kunnen zielige oren eigenlijk verdragen? Weinig feestelijks aan gezeur. Een preek over spijt en over schuld had ook gekund: want ook al voel ik me allesbehalve kiplekker: het idee dat ik zonder dat ik iets verkeerd gedaan heb, mensen die ik graag zie, misschien heb besmet, vind ik - tot nu toe -  het ergste.

Toch hou ik het liever vrolijk. Dat hebben we met zijn allen toch verdiend. Ik had trouwens enkele vrienden beloofd dat ik ooit over cowboys zou schrijven. Al schrijf ik anders nooit op verzoek. Voor één keer maak ik graag een uitzondering: dit is het moment! Cowboys zijn namelijk fantastisch om bij weg te dromen. Zeker nu. Schijnbaar zijn ze stoer en nergens bang voor. Niet alleen rijden ze op een dier waar ik schrik voor heb als er geen prikkeldraad tussen ons is. Ze wandelen zelfvoldaan en lekker arrogant ondanks de O-benen en het teveel aan whisky in de saloon. En hun blik is misschien hun sterkste wapen. Bovenal zouden ze me nu en hier zonder vrees voor een besmetting kunnen optillen en meenemen op dat paard. Ergens naar hun verre ranch in een bed van stro alwaar ik aan kon sterken met hun liefde en zelfgestookte grog en -gebakken brood.  Wat ware dat een waar plezier! Yiha!

(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 17/12/21) 

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...