vrijdag 18 september 2020

Week van Dementie: poëzieproject in OLV Gasthuis in Poperinge


Bij het begin van de zomervakantie trok ik op uitnodiging een weekje naar OLV Gasthuis vzw in Poperinge en deed er mee met de namiddagactiviteiten, observeerde en babbelde met enkele bewoners. Bedoeling was om teksten te schrijven die gebruikt konden worden tijdens de Week van Dementie. Het waren vijf intense namiddagen waarin ik in een warme thuis te gast was. De bewoners zijn er omringd door fijn personeel die alles op alles zetten om ondanks de onprettige omstandigheden warmte en liefde uit te stralen naar 'hun mensjes'. Dat was toch duidelijk te voelen. 

Ik maakte een reminiscentie-activiteit mee, waarin herinneringen werden opgehaald aan de vakantie en hoe die vroeger werd 'gevierd'.  De dag daarop zat ik in de geur van kersenclafoutis. Op woensdag was er voor het eerst weer een voorzichtige gezamenlijke activiteit in de cafetaria: Vlaamse kermis. Zelf mocht ik van tafel tot tafel gaan als spelleider van het spelletje met de bekertjes en het balletje.  Op donderdag was er swingo-café, met verzoeknummertjes en op vrijdag hielp ik mee bloemen inkleuren tijdens de handwerknamiddag in de prachtige mansarde. 

Ik probeerde er niet teveel de aandacht te trekken en soms wat van op afstand naar de bewoners te kijken, maar ik had ook aangrijpende en hartverwarmende gesprekken. Wie me in die week contact met met had, kon horen dat ik het best soms lastig had met dit project. Ik was al eerder te gast geweest in WZC Andante Menen voor eenzelfde soort project. Maar eerlijk gezegd  viel het me deze keer zwaarder. Natuurlijk zat Covid-19 daar voor iets tussen: niet alleen zaten er mondmaskers, handgel en ongemakkelijke afstandelijkheid in de weg. Ook tussen mijn oren was ik als het ware aangetast na maanden ophokplicht. 

Vorige week ging ik terug om een twintigtal tekstjes op ramen en deuren te schrijven. Soms zelfs in spiegelschrift... Vandaag deel ik de volledige tekst met jullie, want maandag is het Werelddag van Dementie en start de Week van Dementie. De ziekte 'leesbaar' en mensen met dementie vooral gewoon 'mens' maken is hiermee mijn doel. 

Bedankt, OLV Gasthuis vzw voor jullie uitnodiging! En alle liefs voor wie er woont en zorgt! 





Hier in dit huis ben je niet te gast,

je woont er in een stukje thuis

waarin je samen met al je herinneringen past.

 

“Reizen naar de zon van Saint-Tropez.

Maanden kuste de zon mijn vel.

Mijn bikini moest zelfs niet mee.

Omdat nu almaar minder kan,

voel ik me soms in mijn blootje gezet.”

 

                              “Ik naaide de touwtjes aan elkaar

met veel courage en naald en draad.

Nu zwijg ik meer dan toen ik naaide.

Mijn bobijntje is voorzeker vastgeraakt.”

 

                                       “Mijn man speelde toneel.

Ik zal altijd op de eerste rij

en was zo fier.

Nu zit ik hier en hoop dat hij me ziet

zoals ik naar hem keek.

Dan voel ik mij minder alleen.“.

 

Hier schuilt in een lach een ondeugend meisje

dat opeens kwaad kan zijn omdat ze geen koekje kreeg.

 

“Ik heb geen kinderen.

Ik had zelfs nooit een man.

Nu ik meisje ben,

giechel ik de liefde naar me toe.”

                   

“Mijn grote gebaren wenk ik

meisjes naar me toe.

De schaamte die ik ooit

voor hen voelde,

ben ik ontgroeid.”

 

“Een jongen kwam onze nagels lakken.

Eigenlijk vind ik dat niet mooi,

maar waarom zou ik nee zeggen

tegen aandacht van een jonge man?”

 

Hier aait een vrouw soms de muur

alsof het haar in leven houdt.

 

          “Ik leerde mijn man kennen in het Hommelhof.

Mijn ogen blonken bij het eerste zicht.

Nu blinken ze als ik over hem vertel en

over hoe hij me meenam naar zijn boerderij

die ook de mijne werd.

Vrolijk luister ik naar de accordeon en

zoek op foto’s naar wat ik mis.

Gelukkig is er muziek die me herinnert

aan wat er was en is.”

 

“Liever was ik stout dan oud.

Maar sommige dingen

heb je niet zelf in de hand.”

 

“Soms steek ik mijn hoofd naar buiten

om te tonen dat ik er nog ben

en dat ik de zon nog niet vergeten ben.”

 

Hier tokkelt een hand soms

als een spin de tafel op.

Spelen verleert men niet.

 

 “Pietje, ik zie graag schone dingen.

Daarom ben ik ook graag snel.

Ik draag graag krullen in mijn haar en ringen.

Mooie dingen maken mijn ogen fel.”

 

“Zaterdag komen ze me halen met een Rolls Royce.

Dan word ik eindelijk koning van Engeland.

Die ene hierboven heeft me dat verteld.

In mijn paleis zullen mijn voeten en benen groeien,

zodat ik zonder hulpmiddelen voor mijn volk kan staan.

Daarna leer ik vliegen en verdien mijn strepen.

Mijn vrouw weet nog niet van mijn bestaan.

Het kan mij niet anders dan wat hij me vertelde vergaan.”

 

“Je moet fraai zijn.

Dàt is het hoogste goed.”

 

Hier vergeet men wat men eet.

En toch zal het altijd smaken!

  

“Ik ben verdwaald

tussen koffie en boterham

maar weet het niet.

Hoe vaak open ik de kast

en tast

naar wat er niet meer is.”

 

                    “Ik zit hier graag alleen

 om wat te kijken.

Het liefst kijk ik zwijgend

naar mijn dagelijkse pintje bier.”

 

          “Elke taart is lekker.

          Het herinnert aan een feest en

          dat er zoveel mooie dagen zijn geweest.”

 

Hier wordt met bezoek

een verre blik minder wazig.

 

“Ik zie almaar minder.

Zelfs bezoek zie ik niet meer.

Het is een groot geheim:

als men bij me is,

verdwijn ik meer en meer.”

 

“Ik zwijg liever

dan dat ze me

moeten zeggen

dat ik dom ben.”

 

                                       “Weet je, ik ben er eigenlijk niet.

Maar zeg het niet door. 

Anders jagen ze me weg

of moet ik in de gazet.”

 

Hier loopt men zenuwachtig af en aan.

Alle tijd van de wereld maar altijd haast.

 

“Nu ik alle tijd van de wereld heb,

Lijkt het alsof ik overal te laat ben.”

 

         “Mijn hele leven kuiste ik

          en nu vraagt men mij of ik kan breien.

          Ik kan het wel, maar minder goed.

          Misschien lukt het beter na verloop van tijd

          en denk ik aan sjaals in plaats van natte dweils.”

 

                                                                     “Straks neem ik de trein.

Ik wil bij mijn moeke zijn.”

 

Hier zorgt men voor

wie ooit zorgde.

 

          “Vroeger ging ik naar de markt.

Toen ik niet meer wist

wat ik nodig had en kocht,

kwam ik naar hier.”

 

                    “Wij zijn stille vrienden.

We zwijgen bijna altijd.

Behalve als we winnen.

Dan zijn we blij voor mekaar.”

 

 “Ik weet zo weinig meer.

En wat ik weet zal ook verdwijnen.

Maar ik ben er nog.

Nog steeds.

Dat mag men niet vergeten.”

 

Hier tonen foto’s aan de muur

wat we hadden willen bewaren.

         

“Je eigen kinderen overleven

daarvoor is het leven niet gemaakt.”

 

“Ik voel me niet meer zoals ik was.

En dat maakt me soms wel bang.”

 

                              “Heel mijn leven spitte ik.

Nu spit ik enkel in herinnering.”

 

“Toen ik stierf,

werd ik herboren.

Als ik weer zal gaan,

gebeurt het andermaal.”

 

Hier zijn de mooiste kamers die in het hart

van wie er werkt en draagt op handen.

 

                                                                                    Tine Moniek 

                                                                 


Geen opmerkingen:

TINE ZIET (447): Euforie

Er zijn weinig dingen die zo kunnen opladen als een wandeling. Zeven jaar geleden had ik dit nog een uitspraak gevonden die bij de dagtrippe...