De wind liet afgelopen dagen goed van zich horen. Dat is te
merken in mijn straat. Alle bladeren liggen opeens weer allemaal voor mijn gevel
bij mekaar gewaaid. Het blijft niet bij bladeren. Zo viste ik daarnet nog een
flesje, een nat broodje, zakjes en een lege hamverpakking op om in mijn
vuilniszak te proppen. Soms is de wind eens gul: gisteren vond ik nog een
negligé op mijn koertje. Helaas pas ik er niet in. Zal ik toch maar bij de
buren aanbellen en vragen of zij in het kleinood passen?
Maar er was ook een spreekwoordelijke wind te horen
afgelopen weekend. Eén die misschien nog feller woei. Ik kon er in elk geval
niet zo goed van slapen. Zelfs autorijden, een broodje eten, theedrinken, ging
moeizamer. Hoe een held opeens tot een klein miezerig vies mannetje werd verplet.
Ook al deed hij het eigenlijk zelf. De discussies liepen hoog op. Iedereen had
opeens een mening en al die visies stoven ook tot voor mijn deur. Wat moet je
daar dan mee? Je kan kiezen om ze op te rapen, maar evengoed wacht je tot ze
voor een andere deur waaien. Dat is toch wat de meeste mensen met echte rommel
doen? Maar als het om dergelijke berichten gaat, openen de meesten de deur en
rapen alles wat ze vinden op om daarna weer hun eigen kijk op straat te gooien.
Dat is zeker het geval als het om bekende mensen gaat. Of over zoiets delicaat
als grensoverschrijdend gedrag. Dan wordt de wind opeens een wervelwind en dan
denken we dat alles gezegd mag worden.
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 17/11/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten