donderdag 2 november 2017

Reveil 2017

Ei! Pssst!
Zijt ge daar nog?
Lieve Emerence, Adelaire, Hermenie?
De jaren zijn voorbijgevlogen en we zien junder in de verste verte nie.
Jawel, we zien nog diene ene foto waarop gij, ook al waart ge dood, naar ons zijt blijven kijken.
Ge zijt toch wa verkleurt of ge trekt weg.  Alsof de inkt in uldere zerk is gelopen.
                Ik had hem zo innig lief en mocht hem niet behouden.

Of ge nu deelnemer waart van de eerste Tour de France.
Beenhouwer met de beste leverpâté op uw allereerste reis.
Russische prinses die hier in Menen in de psychiatrie is overleden.
Lieve kleine blauwe zoon met open hart in Amerika.
Piloot die onder een brug wou vliegen, maar dat beter niet had gedaan.
Kersverse moeder uit de Congo, met uw kindje om uw middel, drie uur voordat de para’s u hadden kunnen bevrijden.
Vijf kinderen uit hetzelfde gezin die nog geen jaar geworden zijn.
Jongen die naar de voetbal fietste, maar door een auto werd geschept.
Schilder met voorliefde voor de Leie.
Jonge moeder op de moto.
Echtgenote in een ijzeren bed in huis.
Gij hebt het allen niet gered.
Ge mocht allemaal voor altijd slapen onder een stenen bed.
De een kreeg een praalgraf, een echte grootse engel, een grafkapel.
Een eeuwige pleurante, marmer, blauwsteen, struiken op uw buik, klimop.
Sommigen van u kregen zelfs een plein, een eigen straat buiten deze hekken.

Maar weet ge, het doet zeer om tussen junder stenen bed te lopen.
Het doet mij verdriet, al ken ik junder eigenlijk nie.
Sommigen hebben geluk. Ze krijgen nog bloemen en een poetsbeurt met javel.
Afgelopen dagen werden plastieken bloemen opnieuw gerangschikt.
Grote graven werden weer eens opgeblonken.
Maar zoveel van junder zijn zo gebarsten, verhakkeld, scheefgezakt en dichtgegroeid dat ge vergeten lijkt. Zelfs de liefste herinnering hangt ooit op zijn kop Zijt ge dat dan echt? Vergeten?

Nee toch. Soldaten. Van welk land ge ook afkomstig zijt.
 Gij natuurlijk niet.
Gestreden hebt ge en geleden.
Daarvoor krijgt ge jaarlijks een hommage.
Het is u gegund. Dat meen ik zeer.

Politiek gevangenen: gefusilleerd of vergast.
Soms geslagen, nooit verslagen.
Ze zijn verworden tot kleine hoopjes as.
Zij stierven opdat België leve.
Ook dat mogen we nooit vergeten.

En, kijk eens goed, zoveel kleine engelkes.
Zo kort waart ge op de wereld dat er soms zelfs geen foto van u is, waarop ge leeft.
Het is schrijnend, dat ge samen met uw ouders dood zijt weggeblazen.
Dat enkel de wind aan uw graf komt spelen.

Polydore, Rigobert, Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid.
                Rust in vrede in uw sombere woonst.
Dit eindstation.
Gij had toch ook een broer, een zus? Een neef, een nicht.
Een buur. Een geheime geliefde.
Wordt er niet meer over u verteld?
Zijt gij uit alle dromen weggevaagd?
Waard gij niet ook een held?

 ‘Eeuwig vergund’ maar wat is u gegund?

Als uw zerk een keer wordt opgetild en weggetrokken,
Waar zijt ge dan? Wat blijft er van U over?

Wat er over blijft is dit:
Ge zit in de ogen van wie na u komen.
Ge zit in de stemmen, in een lichaamstrek,
Een uitdrukking, een slepen met een voet in een plastic zak.
Ge zijt in allen in die hier is en in het fladderen van deze woorden.
In foto-albums, in snapchats die niet verdwijnen.

Gij zijt in vuur.
Gij zijt in as.
Gij zijt in wat er komt

En in wat er was.

foto: Photogallery by H.

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (419): Geduld

Lentezon doet goed. Als ze er is tenminste. Vorige week liet ik zelfs even mijn blote benen uit. Al was dat natuurlijk veel te optimistisch....