donderdag 22 oktober 2009

HALTE 1:

Veel zakjes. Een overdaad aan zakjes.
Allen in de lucht tillen ze de wereld.
Aan handen worden ze gedragen en wie hen draagt stijgt op.
Hoe minder de ritsel, hoe hoger omhoog.

Zij draagt enkel handtas en de man in het station kijkt.
"Wat zit in jouw zakje?" kijkt hij uit haar lijf.
"Ik heb er geen", blikt ze terug.
"Toch wel. Er zit vast iets in dat schittert. Wel verdrietig soms. Maar het blinkt de ogen uit." En hij knipoogt voort.

Terwijl zij stijgt en fonkelt, blijft hij knisperen in haar hoofd.
Hij waaiert het station uit en stort zijn papieren vleugels op de stad.

"Dag lieve zak van perkament, ik blijf u horen, al bent u mij verder onbekend."

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...