In mijn droom was er sprake van een lade vol onbetaalde facturen en bijgevolg ben ik nu in de veronderstelling dat die misschien wel eens zou kunnen bestaan in dit nieuwe huis. Want wat stopte ik waar ook alweer? In dezelfde droom werd ook weer zes en speelde onbekommerd in de zandberg die mijn favoriete speelplek was. Ik ben er van overtuigd dat die zandberg me nu alleen nog zou irriteren. Net als confetti kruipt het overal tussen en laat het bijgevolg ook overal sporen achter. Zouden kinderen in deze hedendaagse tijd überhaupt nog van hun ouders uren en uren in een berg zand mogen slijten? Kan ons meubilair dat nog aan en ons parket? Dat ik één stukje uit mijn droom als realistisch beschouw en het andere deel als gezonde nostalgie, heeft natuurlijk te maken met mijn bewustzijn. In deze realiteit gaat meer denken uit naar het (kunnen) betalen van rekeningen dan aan de heimwee naar de kindertijd.
Nu ik de magische leeftijd van 44 beetje
bij beetje dichterbij zie komen, neem ik toch meer vrede met dat volwassen
zijn. Misschien zit mijn nieuwe thuis daar voor iets tussen. Ook de
opportuniteiten om gewoon te doen waar ik zin in heb, groeien dagelijks. Zo kan
ik zomaar besluiten om op de trein te springen in het weekend. Of om na een
lange wandeling een pizza te bestellen en die met pijnlijke blaren onderaan
mijn voetzolen en nagloeiend op de bank op te eten. Die lade uit mijn droom,
zou me natuurlijk beperken in die vrijheid en dan zou ik het met die zandberg
moeten doen.
Naast het feit dat ik in mijn nabije
omgeving geen zandberg ken om me in te gooien, is er gelukkig ook geen
dergelijke lade. Al zit er in elk geklepper van de brievenbus wel ergens een
risico tot overschrijving of dreigbrief. Nee, liever steek ik dan toch – zeker
met de eindejaarsfeesten in het vizier – de kop in het zand. Denkbeeldig. Want soms
ligt nostalgie slordig op een versgepoetste vloer.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 09/12/22)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten