maandag 6 juni 2022

TINE ZIET (324): Grensgeval

Vorig weekend bevond ik me samen met een vriendin in een compacte lodge op een camping in Luik. Hoewel ik niet echt een grote kampeerder ben, voelde ik me er na wat onwennig gespartel toch behoorlijk op mijn gemak. Niet alleen omdat alle bezoekers er Nederlandstalig waren, maar ook omdat er in mijn kleine teen nog iets is overgebleven van mijn tijd in de jeugdbeweging waarin we ons tien dagen prima amuseerden zonder echt comfort. Zowel de uitbaters van de camping als de meeste kampeerders waren Nederlanders. Het was pas toen we er enkele uren waren dat we tot het besef kwamen dat we in gebied waren dat vorige zomer overstroomde.  Het was te merken aan de  randen van onze lodges. Aan de vochtige kelder van het Italiaanse restaurant, aan de herstellingen her en der en zelfs in de ondergrondse grot van Remouchamps rook het nog vochtiger. Maar hardnekkiger dan die lucht, was de arrogantie van een groepje campinggasten dat het luidop had over de lelijke dikke pensen van zwangere vrouwen en de schande dat er in het Italiaans restaurant dat ik eerder vermeldde geen Engels werd gesproken. De gratis limoncello die ze ondanks hun onterechte geweeklaag hadden ontvangen, maakte ze precies nog grover.

Wie me echt kent, weet dat ik geen hekel heb aan Nederlanders. Integendeel. Meer dan eentje veroverde ooit mijn hart. Dit viertal bezorgde me echter plaatsvervangende schaamte. Terwijl ik  later op het campingtoilet zat, hoorde ik  twee van hen jammeren over het gebrek aan luxe. “Echt vakantie, dit!” schalde de ene met de stijltang door de sanitaire blok. “We hadden beter kunnen zonnen op de Balearen in plaats van weg te zinken in dit stinkende gat!” Ik gromde tussen mijn tanden iets over respect en na wat inwendig gesakker liet ik al mijn ingehouden remmen los tot een ferme plons. Dat werkte! De volgende ochtend reden ze weer naar huis terug.

(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 03/06/22) 

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...