Als dit stukje verschijnt, zitten velen van jullie wellicht
in de zogenaamde ‘uitbuikperiode’: de periode tussen alle feestdissen in. Het
is de periode om schaamteloos in pyjama voor de televisie te hangen of om je in
alweer een andere lossere outfit te wurmen voor één of andere receptie. We
hebben ons via De Warmste Week van onze meest vrijgevige kant laten zien en nu
is het tijd voor onszelf, vrienden en familie. Als kind bracht ik die dagen met
mijn gezin door. Samen met mijn vader naar het circus kijken op televisie. Of
naar een zoveelste herinnering van een jeugdfilm. Gezelschapspelletjes spelen
met z’n allen. Restjes opeten. In een zetel moeten zitten die te krap is voor
al die kinderbillen. Met buikpijn naar tante en nonkel rijden en misselijk
thuiskomen omdat ik niet van de chips en andere rommel kon afblijven. Als je
ouder wordt en geen gezin hebt, zijn die dagen misschien minder familiaal. Je
ziet wel nog familie, maar minder intens. Toch blijft die ‘uitbuikperiode’ even
gevaarlijk. Altijd wel ergens een feestje en natuurlijk is gebleken dat
vrienden minstens even gul zijn met drankjes en hapjes als familieleden en dat
zetels na al die jaren nog krapper worden. Of zijn het de billen?
Het is ook in die befaamde periode dat we voornemens
bedenken. We gaan met z’n allen op de denkbeeldige of letterlijke weegschaal
staan en maken de balans op. Er zullen weer gretig fitnessabonnementen en
stappentellers aangeschaft worden. Na een teveel aan alcohol zal weer gezworen
worden: “Een maand geen druppel meer!” We zullen het jaar 2019 een titel geven,
dichtplakken en op zolder zetten en vol spanning een nieuwe doos plooien voor
dat bijzondere jaar 2020. Of het effectief bijzonder zal worden, is nog
raadselachtig. Maar ik wens het jullie toe. Omdat het leuker is om met
verlangen naar iets uit te kijken. Zeker met een uitpuilende buik. En in een
lege doos kan nog van alles passen. Maak er wat moois van! Omdat het kan.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 27/12/19)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten