Wellicht vertel ik jullie geen wereldschokkend feit als ik
zeg dat ik een vrouw ben. Al is dat heel langzaam gegroeid. Ik ben het
eigenlijk nog maar pas. Het is nog maar sinds ik in Menen woon bijvoorbeeld dat
ik gezichtscrème ben gaan uitsmeren op mijn gelaat. Het is ook nog heel recent
dat ik me leerde schminken. Natuurlijk zit je vrouw-zijn niet in tubes en
potjes, het gaat meer om het gevoel. Opeens voelde ik me geen meisje meer. Ook
al word je als meisje geboren, vrouw word je stap voor stap. Zo gaat dat
wellicht ook voor mannen. Anders is dat er nog geen Internationale Mannendag
bestaat.
Op 8 maart was er Internationale Vrouwendag. Hebben vrouwen
die dag überhaupt nog nodig? Volmondig zeg ik: “Ja!” Ook al ben ik stukken
minder feministisch geworden dan mijn 17-jarige ik. Toen kwam ik op het idee om
een zeer lijvig eindwerk te maken over de positie van de vrouw na de tweede
wereldoorlog. Dat heeft me nog gespeten. Alhoewel. Met hand en tand heb ik het
verdedigd aan mijn seksistische geschiedenisleerkracht. Ik liep in die tijd met
een Indiaanse pet achterwaarts op mijn hoofd en weigerde pertinent om rokjes te
dragen om de leerkracht Nederlands te behagen. Als wraak omdat de
geschiedenisleraar in zijn ogen zoveel onzin had moeten lezen, moest ik ook als
enige mijn bijdrages kennen voor het examen. Ik slaagde.
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 10/03/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten