Hoewel sommigen mij
als een taaie tante zien, ben ik een zielepoot. Een zwakkeling. Maandagochtend
scheurde ik bij het al te enthousiast vliegtuigje spelen tijdens de promodagen
van SAMW Menen mijn kuitspier. Hoewel me dat al eerder overkwam, voelt deze
scheur deze keer toch als een ware dolk in mijn lijf.
Vooreerst zijn er die
fijne Figurette-pasjes die ik nu vermijden moet, want vrolijk springen kan mijn
geblesseerde spier er nu even niet bij hebben. Ik weet dat ik extra pijn zal voelen
als ik zaterdag tijdens onze tweede verjaardag op Reckebilck voor het eerst
vanaf de zijlijn naar die fenomenale dames kijken moet. Daarnaast zet de
blessure een noodgedwongen stop achter mijn dagelijkse conditietraining
snelwandelen op de loopband en zet al mijn bewegingsplannen in de zomer on
hold, want dit euvel kan pas herstellen na weken recupereren, manken. Tijd om weer wat meer te lezen
Toch is het bijzonder slecht voor mijn moraal
maar ik hou me an ’t gès en beloof er
niet te veel over te zeuren. Er zijn zoveel dingen die stukken erger zijn.
Zomaar op klaarlichte dag in elkaar geslagen worden bijvoorbeeld. Zonder
duidelijke redenen ineens op straat staan. Op een luchthaven in Istanbul op het
verkeerde moment op je vlucht staan wachten. Verliezen wat je het dierbaarst
is. Horen dat je ziekte maar blijft woekeren ondanks alle hoop en medicijnen. Of
dat een mens in onze stad blijkbaar zoveel honger lijden kan, dat hij eendjes
uit een vijvertuin moet stelen, zijn portefeuille daarbij verliest en dan nog
eens wordt betrapt met het karkas op zijn bord. Schrijnend.
(verschenen als column in De Weekbode / De Leie op 01/07/16)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten