Afgelopen zaterdag, in
de blakende zon, werd de tweede editie van Salto
op ons losgelaten. Thema nu was de muziek. En die bracht ons samen! En hoe! Het
stadsfestival werd geopend met een concert met de beiaard en het banjo-orkest!
Een geslaagd experiment, dat zeker niet voor de hand lag omdat er een klein
tijdsverschil zat op de klanken. Daarna slingerde een stoet met de Koninklijke
Volksharmonie Sint-Jozef voorop naar de andere Salto-locaties. Het hoeft niet
gezegd dat de toon gezet was. Een stadsfestival is voor iedereen. Wil je gewoon
in de zon genieten met een muziekje op de achtergrond? Dan kan dat. Wil je
zoveel mogelijk concerten oppikken? Er is een gevarieerde keuze. Ook de
kinderen worden gretig met lekkers verwend.
Na het concert van
Guido Belcanto met het Sinja-koor en enkele vrijwillige Menenaren in zijn nek,
werd het feest op de markt afgesloten door DJ Zaki. Ikzelf liet deze Gentse dj
aan mij voorbijgaan en zakte af naar De Figuranten en vierde het einde van
Salto met Menens karakter. Dit is een plek in mijn stad, in mijn straat, die me
lief is. Een soort open huis met fijne artistieke en sociale projecten waar
iedereen welkom is. Er is daar sinds kort een soort van bok neergezet waar
niemand echt over kan. Een hindernis die ons wat schrik aanjaagt. Kan deze
werking in al haar verscheiden aspecten zoals wij ze kennen, blijven bestaan?
Ik hoop het van harte. Een salto is mooi. Een salto mortale niet.
(verschenen als column in De Weekbode / De Leie op 15/07/16)
(verschenen als column in De Weekbode / De Leie op 15/07/16)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten