Magisch! Zo voelde het
toen ik maandagochtend vanuit mijn bed naar buiten keek. Vlokken sneeuw
dwarrelden naar beneden zoals wattenbolletjes zouden doen. Echte sneeuw die wit
bleef als die de grond raakte! Hoe lang was dat niet geleden? Als ik sneeuw zie
vallen, word ik altijd weer dat meisje dat meteen wil buiten spelen: sneeuwman
maken, sleetje rijden. Sneeuw betekende altijd familiepret. Het was gewoon heel
fijn.
Helaas ben ik nu groot
en kon ik niet in de sneeuw gaan spelen. Ziek moest ik naar de dokter toe. Een
heel eind. Even vloekte ik om al die onverwachte winterpracht in maart want één
van die dingen die ik liever niet doe, is autorijden in de sneeuw. Als ik op vier wielen door zo’n wit tapijt
moet rijden, ben ik één en al gespannen spier. Bang om uit te glijden en om de
controle te verliezen. Al heeft het wel iets statigs: rijden als in een grote
stoet. Opeens is ieder solidair in het verkeer en glijden we samen in eenzelfde
tempo achter elkaar. Behalve dan de dapperen, de uitslovers, … Met of zonder
sneeuwkettingen gewapend racen ze de stoet voorbij. Het waren dan wel geen
bergen sneeuw: we waren er niet op voorbereid. De witte daken hadden ons
verrast. Menen blonk in al die lichtheid.
Wie wordt net als ik
nog blij bij de aanblik van dwarrelende sneeuw? Wie gaat er nog van kwispelen?
Al is het maar een beetje en inwendig? We zouden het allemaal wat meer moeten
doen. De uren dat het tapijt er ligt, de buren wakker bellen en hen uitnodigen
voor een sneeuwballengevecht. Even het kind in ons eruit slepen. Wie me
wekelijks leest, had vast gedacht dat ik in deze column gretig over Vrouwendag
ging schrijven. Met een vurige en
scherpe pen. Maar nee, ik schreef over het zachte wit van sneeuw. Opdat we niet
zouden vergeten dat het er deze week spontaan eens was. Heel even maar. Een blakend schoon en vers
uitzicht. Toen ik terug naar huis reed,
was de herinnering aan kindertijden gesmolten. Geen vlokje sneeuw was nog te
zien. Het witte in de Koningstraat was weer gewoon confetti en auto’s raasden
mij zoals altijd voorbij. Spijtig.
(verschenen als column in De Weekbode / De Leie op 11/03/16)
(verschenen als column in De Weekbode / De Leie op 11/03/16)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten