Sinds woensdag betrap ik mij meer en meer op een
huppelpasje. Zelfs in het openbaar. Kwatongen zouden durven beweren dat dat
komt omdat het bijna zomervakantie is. Dat klopt volgens mijn schoolagenda. Toch
is dat helegaar niet de reden. Integendeel zou ik zelfs durven stellen. Sinds woensdagnamiddag
weet ik dat ik bijna alle leerlingen nog één keer kan zien om ze uit te
zwaaien. Ook al zag ik de meesten heel veel weken achter een of ander
schermpje, kreeg ik ze aan de lijn of fietste langs hun huis voor een
gevelopdracht, het valt moeilijk te beschrijven hoe het voelt om ze toch nog
een keer in het echt te kunnen zien. Hetzij achter een lijn van plakband en
vanachter mijn mondmasker.
Het is bevreemdend hoe die lijn werkt. Er is geen alarm of
elektrisch oog geïnstalleerd, maar die streep werkt heel erg dwingend. Er is een slotgracht van drie meter tussen mij en de leerlingen, terwijl we
gedurende die verschrikkelijke weken net best close geworden zijn. Zij konden
bij mij naar binnenkijken en ik bij hen. Op zich is het vervelend, maar ik zal
er niet om zeuren: ondanks alle technologisch snufjes kan er uiteindelijk toch
weinig tippen aan een ontmoeting in levende lijve.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten