In een van mijn lievelingsboeken ‘Tongkat’ van Peter Verhelst beschrijft de auteur in de eerste pagina’s een kou die zo onmenselijk is, dat zelfs de klokken bevriezen en bijgevolg de tijd stilstaat. Dat de hersenen een ijsklompje worden. Mensen worden in dit boek ijzige standbeelden. Zo erg is het bij ons natuurlijk niet. Tenzij je geen verwarming in je huis hebt. Of misschien zelfs geen huis hebt. We durven het soms vergeten. Daarom kunnen we het niet genoeg lezen: niet iedereen heeft een dak boven zijn of haar hoofd. Sommige mensen zijn op de vlucht of op de dool.
Laat ons nog wat dichter bij elkaar zitten. Laat ons ons induffelen. Laat ons ons insmeren met walvisvet desnoods. Maar koude hoeft voor de meesten van ons geen reden tot klagen te zijn. Tenzij verwarmingstoestellen het opeens niet doen en je werk- of woonplek niet wordt opgewarmd. Of omdat je weken moet revalideren omdat je door gladheid zo hard viel. Of omdat je auto zo hard schrok van de koude dat je de bocht uit vliegt. Enzovoort. Maar gewoon een boodschap doen met koude neus, het is geen drama, heus! Kom, Tine, verplicht jezelf nu toch naar buiten! Een standbeeld word jij voorlopig niet.
(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 20/01/17)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten