Meer en meer groeit het besef dat onze stad weldra een
stukje speelterrein verliest. De werken aan de Leiebrug zullen een groot gat
slaan in ons dagelijks landschap. Het blijft schrikken als we het
onteigeningsgebied bekijken. Er is
beloofd dat dat gat zal opgevuld worden met groen en brug waaronder hogere
boten kunnen varen. Maar het gemis naar wat er niet meer is, zal toch nog lang
knagen. Afgelopen weekend waren De Panden, een gewaagd pop-upproject in
leegstaande panden, geopend en konden we binnenkijken bij boeiende kunstenaars.
Je kon er zelfs je fiets oppimpen.
Blikvanger was onder andere het pand van Tom van Ryckeghem
die samen met zijn leerlingen uit Bulo Blijdhove aan de slag ging om een
verhaal uit De Barakken te visualiseren. Enthousiast deed hij uit de doeken hoe
hij het samen met hen had aangepakt. Het was fijn te horen hoe zoiets van muur
tot muur kan groeien. Nog fijner was te zien en te horen hoe de leerlingen zelf
fier waren op dit project. Maar nog interessanter was het atelier van Tom. De
broedplek tot inspiratie. Het is altijd fascinerend te zien waar een kunstenaar
werkt. Is hij opgeruimd? Is hij een chaoot? Wat is zijn uitzicht? Hoe ruikt het
er? Het was er vooral heel overzichtelijk. Ook Katrijn Calleeuw liet het
publiek binnenkijken in haar bewierrookte atelier. Twee verschillende
kunstenaars met twee totaal verschillende ateliers die er in september wellicht
niet meer zullen zijn. Maar wat er werd gemaakt, zal blijven. Trotse stukjes
adem uit De Barakken. Daar kunnen geen sloopwerken tegenop. Dat ik er zelf in
‘Naast de Griek’ aan het improviseren ging met een orkest van brood- en
aardappelmes, synthesizer en gesloopte bierflesjes: ook dat werd weer
vereeuwigd. Dus als de mannen met de
sloophamers komen, zullen we tenminste onthouden dat er ooit een ruimte was om
fijne dingen te (proberen) creëren. Leegstand
met lef kan inspireren.
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 21/06/19)
(verschenen als column in KW Kortrijk-Menen op 21/06/19)