In een overvloed van kersttruien, feestelijke promoties en kadootjes, ben ik tot de ontdekking gekomen dat het voor mij dit jaar niet hoeft. Misschien ligt het aan het feit dat ik niet het gevoel heb dat het winter is. Kerst is toch haardvuur en sneeuw? Nieuwjaar is toch een dampende lucht uit je mond als je ’s nachts naar huis waggelt? Wat is de zin van glühwein als je handen niet eens écht koud hebben? Daarom pleit ik op de allerlaatste valreep voor een uitstel van de jaarwisseling.
De kerstvakantie
en vrije dagen mogen blijven. Onze agenda is daar nu op ingesteld. Kunnen we
niet afspreken – al zullen sommige ministers hier absoluut bij steigeren – dat
we over een maand nog eens een week afspreken om rond de kerstboom te zitten?
Het moge
duidelijk zijn: niet alleen leerkrachten en kinderen maar werkelijk iedereen!
Is het niet in het belang van elke mens om toch wat meer te kunnen ontspannen?
Werkt dat niet helend voor elk mentaal welzijn? Doen die dagen trouwens niet meer kopen? Meer
investeren in familietijd? Zomaar een weekje oplaadtijd extra. Verplicht stilstaan. Zelfs bakkers,
traiteurs,… Iedereen mag er van mijn part even uit. Hamstervoorraad wegwerken.
Met een gebakken ei, kan het ook.
Mijn wensballon
zal snel doorprikt worden. Mensen moeten blijvend geholpen worden. Koeien moeten nu eenmaal hun melk kwijt. Nog
minder lestijd om die dekselse einddoelen te bereiken? Er was een tijd waarin we in grotten leefden.
Er was nog geen kerstman in ons midden en geluk was nog onbestaand maar er was
gezelligheid. Samen dicht bij vonkend vuur.
(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op 24/12/25)