maandag 3 juli 2017

TINE ZIET (73): Klas

Wie mij kent, weet dat ik vaak rijm op sentiment. Zo valt het me zwaar om afscheid te nemen van vochtige afbladderende muren. Er zijn heel wat mensen die dat niet begrijpen. Een muur is een muur. Een vochtig exemplaar is dan ook nog eens ongezond. Waarom zou je huilen om wat eigenlijk wel moet verdwijnen?

Het is inmiddels een hele tijd geleden dat ik er voor het eerst binnenstapte: de allereerste woordklas die ik niet met een dagschool delen moest. In de Gasstraat in Wervik.  Meer nog: tussen die muren werd mijn eigen dictiejuf gekneed. Dus als ik daar was en heel goed keek, zag ik haar af en toe nog zitten. Ik hoorde haar stem als mijn juffensensor het eventjes liet afweten. Het is door de passie die haar daar werd aangereikt, dat ik besloot dat ik ook wel dictiejuf wou worden. Zonder die rare klas met altijd vreemde kleuren op de muren, weet ik dat ik wellicht nooit een juf geworden was.


Zaterdag namen we afscheid met een stoet. Voor de jongste leerlingen is verhuizen best wel fijn. Maar wie er een tijd geleden zichzelf gevonden heeft, voelt wel de pijn. We gaan nu naar een ander gebouw. Een school waar we best wel welkom zijn, maar alle muren zijn nog muziekschoolvrij. Ons metrum zal er ook wel passen. Onze klanken zullen er ook goed klinken. En onze verhalen zullen op den duur ook best kleven op de muren.  Maar toen ik net de affiches van de muren haalde, een laatste keer ‘me sokke sakke so’ liet weerklinken, voelde ik een groot verdriet. Wat mij maakte tot wat ik ben, bestaat ooit niet. Net zoals de eerste keer toen ik het adres in de gps intikte, rijdt wie de plek later nog eens zoekt, hopeloos verloren in een mist van woord en noten. 

(verschenen als column in de De Weekbode / De Leie op 30/06/17)

Geen opmerkingen:

TINE ZIET (420): Belofte

 Sinds ik in een interview heb verklapt dat ik aan het roman werk, krijg ik af en toe eens de vraag of het nu al wat wordt. Ik moet dan eerl...