dinsdag 3 december 2024

TINE ZIET (449): Afkomst

Zaterdag had ik afgesproken met een vriendin om wat te drinken tussen enkele zware dagen door. Toen ik in het café gearriveerd was, zag ik opeens enkele bekende gezichten aan haar tafeltje zitten. Onverwachte gezichten uit het dorp van afkomst. Zij waren naar de expositie van Edgard Antoin gekomen en waren nog wat blijven plakken in Menen. Ze waren door mijn vriendin op mijn komst voorbereid, want zij wisten bij mijn aankomst de naam van mijn grootvader te scanderen. Althans zijn lapnaam. Want ik was toch de jongste dochter van de zoon van Remi Festi? Dat was ik. Ze wisten ook perfect mijn ouderlijke woning staan. Natuurlijk waren ze nieuwsgiering naar de feiten die ze niet meer wisten. Waar woonde mijn moeder nu eigenlijk? En wat was er bijvoorbeeld van mijn broer geworden? Ik herinnerde me opeens ook hun gezichten van zoveel jaar geleden. Hun kinderen, jonger dan ik, die nu inmiddels ook al kinderen hebben. Heel even woonde ik weer in dat huis bij de bambi’s en de lama’s. Het laatste huis aan die gevaarlijke bocht waar zoveel automobilisten zich lieten verrassen en dat nu al enkele jaren met uiterst veel zorg wordt gerenoveerd door iemand die er altijd met veel bewondering heeft voorbij gefietst.

 Soms is er weinig nodig voor een spontane verjongingskuur. Al duurt die nooit erg lang. Even terug een kleindochter zijn en bij pepe op schoot. Dan terug met beide voeten de werkelijkheid in: realiteit maakt heel snel groot.


(verscheen als column in KW Kortrijk-Menen-Waregem op  28/11/24)

TINE ZIET (449): Afkomst

Zaterdag had ik afgesproken met een vriendin om wat te drinken tussen enkele zware dagen door. Toen ik in het café gearriveerd was, zag ik o...