Op 07/10 bezette ik de muur met enkele grotere woorden, die spontaan in mijn hoofd kwamen toen ik daar op die plek was neer gezeten. Losse associaties met de ruimte. Er was er rustig die avond.
De volgende avond had ik mijn potloden en slijper mee en begon rond de woorden stukjes te schrijven die automatisch uit mijn pols kwamen. Door de bubbeltjes in het behang was de tekst niet zo goed leesbaar. Gedurende de tijd dat ik er was, is mijn potlood de helft korter geworden. Ik schreef dus als het ware een half potlood leeg. Ik moest soms echt op mijn buik gaan liggen: gelukkig had ik een matje van Sylvie.
Al meer bekijks. Maar natuurlijk was ik op mijn buik een opvallende verschijning.
Op 9/10 was het al veel drukker in De Magneet. Eerst moest ik nog wat aan de slag met mijn potlood. De woorden op de trap zelf moesten nog worden omgeven door potloodwoorden. Toen dit voorbij was nam ik een zwarte stift en begon losse gedachten uit m'n hoofd op te schrijven. Dit was veel leesbaarder voor de voorbijlopende mensen. Dus best ook meer confronterend als iemand naast je de tekst begint mee te lezen.
's Avonds ging ik terug om mijn muur verder te bezetten. Toen er naast mij een optreden begon, kwamen er meer mensen langs. Het was best leuk schrijven.
Aangezien ik op 11 oktober voor mijn werk op een andere plek moest zijn, nam ik die dag een polspauze.
De laatste dag van mijn schrijfproject startte op zaterdag rond 19u45. Er was heel veel volk en veel animo. Mensen moesten soms over mij heen klimmen zonder dat ik het merkte. Zo geconcentreerd was ik om mijn einddoel te bereiken. Dikwijls hervond ik me met mijn hoofd op de trap of ondersteboven.
Ik werd enorm veel aangesproken. Iemand vroeg om foto's te maken en vroeg of dit schrijven voor mij een vorm van mediteren was. Iemand wou er dingen bijschrijven, maar dat wou ik niet toelaten, zo vlak voor mijn eindstreep. Na al die dagen wou ik alleen de finish bereiken.
Iemand anders begon ook nog eens zijn tekstjes met plakband op de muur te plakken en ging daar vrolijk mee verder nadat ik hem verteld had dat ik het niet leuk vond. Ook wou hij almaar aandacht door ook nog eens z'n briefjes voor mijn neus te duwen: op dat moment raakte ik behoorlijk geïrriteerd. Dat is duidelijk te merken aan de inhoud van mijn teksten en ook aan mijn handschrift dat nog meer rare halen kreeg. Ik nam een pauze. Groot was mijn frustratie dat hij na een klein uurtje pauze nog steeds mijn muur bezette. Gelukkig kon iemand anders hem op andere ideeën brengen voor mijn laatste halfuur schrijven.
Uiteindelijk bereikte ik om 23u45 het moment waarop ik dacht: nu stop ik. Nu is het mooi geweest.Iemand zei: "Het lijkt precies een landkaart." Ik keek en bedacht dat het een landkaart van zo weinig mogelijk denken was. Trots. Bedankt voor deze kans!