maandag 19 november 2012

Ooit (21):

Ooit zocht ik mij zelden op in winkelruiten. Met de blik omlaag en snelle pas liep ik mezelf letterlijk voorbij. Hoe kon ik mij zo mijden? Hoe kreeg ik dat toch voor elkaar?

 Wellicht had het vooreerst te maken met oogcontact. Zelfs in mijn eigen paar keek ik bedeesd. Daarnaast had ik het lastig met mijn lijnen die toen al op geen enkele paspop konden blijven. Tenslotte bedacht ik me ook zonder kleren nooit in de mode.

 Op een dag leerde ik te kijken. Wat herinner ik dat me goed. Ik bladerde enkele uren daarvoor nog in een krant. Groot was mijn verbazing daarin mezelf te zien. Wel dertig keer bekeek ik een foto waar ik nooit voor had geposeerd. Iemand had mij in een bekende Amerikaanse band gedropt en ik sprak niet eens die taal! Ik toonde de foto aan mijn ouders die natuurlijk niet begrepen dat ik mezelf in dat meisje met die blote buik kon zien. Ze zeiden: "Een beetje lijk je er wel op. Een heel klein beetje dan misschien." Maar voor mezelf was dat beetje groot genoeg om vanaf die dag oog in oog naar mij te kijken.

 Het was niet zozeer het verlangen naar roem maar het feit dat ik mezelf wel eens kon verrassen, dat me naar die foto blijven kijken deed. Welke meisjes konden nog in mijn botten schuilgaan? Welke versies kleefden nog achter mijn ribben? Dat ontdekken kan enkel op een onbewaakt moment - net zoals in die krant toen. 

Daarom hou ik nu van etalages die me onverwacht te kijk zetten. Ook al word ik soms onvoordelig tentoongesteld en zijn mijn lijnen steeds minder fijn. Wie zal ik nu weer in mezelf ontdekken? Ik kijk de ogen uit mijn lijf.

TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...