zaterdag 10 december 2011

stelt paal en perk (6)


Ik geef het toe. Ook ik streef naar een bepaald schoonheidsideaal.

Al ben ik glamourfree en zijn bepaalde delen aan mijn lijf nooit minder bleek geweest.
Mijn kleerkast begint elk jaar op dit moment te spannen en om de zoveel tijd heb ik een maatje meer.
Maar met wat regelmaat, meer wortels en wat moeite trilt mijn ik dan weer wat minder op de schaal van Richter. Dat ik heel mijn tienertijd beugelde is zelfs van op een kilometer afstand niet meer te zien.
Maar ik ben ik. Mijn spiegelbeeld waardeer ik meestal wel. Ook al ik ben ik soms jaloers op mooie mensen. Al is mijn mooi vaak minder mooi voor anderen om te zien.

Zo hou ik enorm van handen met persoonlijkheid. Van lippen. Van ogen en wimperbogen. Ik hou van kuiltjes in de wangen. Ik hou van open ruimte tussen oren. Van een geest vol fantasie. Van wat zelfspot af en toe. Mooi is ook een sleutelbeen. Een gewassen baard en snor. Een schone neus. Ik hou van een kloppend strottenhoofd. Van een ondeugende blik. Ik hou van frisse oksels. Van zachte stukjes lies. Ik hou van een navel die niet terugstaart. Van een slapend lijf. Een dampend lijf. En dansend.

Laatst zag ik beelden uit Junior Eurosong. De meisjes waren als goedkope hoertjes opgedirkt en schudden met de billen en de borstjes alsof ze hun hele leven nog niets anders van hun moeders hadden gezien. Geplamuurd onder een dikke laag schmink waren ze mooi zichzelf en vooral heel erg Junior. Walgelijk, denk ik. Sandra Kim en Silvy Melodie waren toch nog 'opgesmukt' hun leeftijd.
Een tip: de grootste verrassingen in talentwedstrijden staan trouwens te kijk bij You Tube. De succesnummers zijn 'mensen die er niet glamoureus' uitzien, die opeens wél mooi blijken te zingen. De jury en het publiek zijn in tranen en bewonderend fluiten ze hun waardering uit. Het net-ontgonnen talent krijgt een restyling - zoals een circusaap een pakje wordt aangemeten. En kijk: dan pas tellen ze écht mee in de carrousel die 'in-zijn' heet.
Ook ik had gezien dat onze nieuwe minister van Asiel en Migratie een opmerkelijke verschijning is. Maar ik dacht eerder: "Wat zal deze vrouw het zwaar hebben. Zo'n post en daarbij zo'n lijf. Dat wordt lekker voer voor meneer Hoste." Maar kijk: de helft van onze bevolking is hem al voor. Zonder dat ze nog maar iets kon uitvoeren. Ik hoop dat als Maggie haar mond opent en handelt dat ze ons dan ook versteld kan laten staan. Dat ze toch opeens mooi haar werk kan doen. Al mijn hele leven lang, zie ik 'minder glamoureuze' politiekers. Ook de mannen ontsnappen er niet aan. Een dikke bril op benen, een konijn met blonde haren, een rond mannetje op een elektrische stier,... Wat geeft het eigenlijk? Politiek hoort écht te zijn. Een minister met valse wimpers geloof ik niet. Een échte oogst meer sympathie.

Ten slotte nog dit: eergisteren reed ik achter een bestelwagen van een bedrijf dat aluminium verwerkt. Om hun product te verkopen, plaatsten ze een blote rug inclusief achterwerk van een vrouw op de achterkant van de bestelwagen, zodat ik meer dan tien minuten op dat achterwerk mocht kijken. Mooie billen. Dat moet gezegd. Maar zijn er dan écht mensen die denken: "Wat een billen? En nu vlug mijn aluminium bij deze kont bestellen." Waarschijnlijk wel. Helaas. Alleen is niemand van dergelijke gefotoshopte lijnen in het bezit. Dus hij die ze wil, zal ze zelf nog moeten strijken. Met een aluminium strijkijzer of niet.

Welkom in Neppe-Mensen-Tijd.
We zijn slachtoffers van de stompzinnigheid.

zondag 4 december 2011

Ooit (7)

Ooit geloofde ik dat er mannen zo lenig waren dat ze door een schouw konden kruipen. In dat geloof stond ik niet alleen. Niet alleen de kinderen van mijn klas hielden van diezelfde lenige man. Zelfs mijn ouders, mijn grote broers en zus zeiden dat het kon.

Op een dag in december zag ik de man op televisie: hij stapte van een schip en zwaaide vrolijk met zijn hand. Naast hem liep een man met een lange witte baard. Hij bepaalde wat de lenige man voor ons door de schouw naar binnenbracht. Dus ik zwaaide uit volle borst naar de twee mannen. Wat was ik blij dat ze eindelijk in ons land waren gearriveerd!

Ik zat nog wat na te zwaaien, toen mijn broer de woonkamer binnenstormde. Hij riep: "Sinterklaas is in de straat! Haast je!" Ik dacht: Met Zwarte Piet?" en "Dat is vlug!" en liep zonder jas naar buiten. Een echte waaghals was ik niet, dus ik ging loeren achter het huis of ik hem via de open weide in de straat kon zien. Maar ik zag hem niet. Voorzichtig loerde ik om de hoek, maar zelfs aan de voorkant van het huis was hij niet te zien. Ontgoocheld liep ik naar binnen en ik zag dat de hele tafel bezaaid was met speelgoed en snoep. "Heb je hem dan niet gezien?" vroeg mijn moeder. "Zwarte Piet is hier naar binnen geweest, maar hij zei dat hij nog heel veel werk had en dus niet kon blijven voor een kopje koffie."

Ik vervloekte het feit dat ik als jongste van het gezin als enige Zwarte Piet niet had gezien. De anderen hadden hem allemaal met hun eigen ogen kunnen bekijken, terwijl ik hem alleen maar kende van de foto's en TV. Meer nog: ze hadden hem dus allemaal horen zeggen dat hij nog veel werk had en dus niet kon blijven voor een kopje koffie. Een scherpere aanblik op de tafel maakte me weer vrolijk. Een bijzonder koffertje en mijn eerste en enige schminkpop. Die zie ik nog steeds in het laatje kinderblikken staan. En dat mijn broers en zus handschoenen en portefeuilles kregen. Alsof ze niet meer hoefden te spelen. Maar vooral die vijf paar ogen die me glunderend bekeken met een schijn van: "Dat hebben we toch goed gedaan...!"

En inderdaad. Achteraf ben ik hen nog steeds dankbaar. Want zonder die samenzwering had mijn geloof in lenige liefde niet bestaan.





TINE ZIET (415): Fratsen

Het is hier de laatste weken een beetje stil geweest. Dit omdat mijn lichaam op de alarmknop ging staan. Rusten werd obligaat. Mijn kat Frie...